Motoren tussen de files doorrijden?

Onderstaand artikel is met dank aan de ANWB.

1. Mogen motorrijders tussen de files door rijden?

Het is niet bij wet geregeld dat motoren tussen de files door mogen rijden, maar er is een gedragscode met bijbehorende gedragsregels: een motorrijder mag tussen een file door rijden. Het snelheidsverschil tussen de motor en de auto’s mag niet meer dan 10 km/uur zijn. Motorrijders moeten kiezen voor de ruimte tussen de meest linker banen. Als ze gaan invoegen omdat de file weer rijdt, geven ze dat aan met hun richtingaanwijzers.

2. Kunnen motorrijders niet gewoon tussen de auto’s meerijden?

Nee, dat is niet in hun belang en niet in dat van de automobilist. Bij een file gebeuren de meeste ongelukken achteraan, en motorrijders zijn nu eenmaal kwetsbaar. Daar willen ze niet blijven hangen. Bovendien helpen ze mee aan het optimaal benutten van de ruimte op de weg, waardoor de file korter zal zijn.

3. Hoe kan een automobilist het beste met motorrijders omgaan?

Zorg voor voldoende ruimte. Hoewel de laatste jaren het overgrote merendeel van de automobilisten dat doet, zijn er ook nog steeds die juist de ruimte dichthouden. Dat zorgt voor extra opstoppingen. Ruimte maken als er een motor aankomt, geeft vaak aanleiding tot een bedankje van de motorrijder. Blijf daarnaast alert op je buitenspiegels. Het gevaarlijkst voor motorrijders zijn automobilisten die in een impuls van baan veranderen vlak voor hun neus. Of automobilisten die zo druk aan het lezen zijn, dat ze ongemerkt naar de andere baan toe kruipen. Wat helemaal uit den boze is, is in de file het portier openen, bijvoorbeeld als het erg warm is.

4. Waar moet de motorrijder zich aan houden?

Een motorrijder moet het snelheidsverschil niet te groot maken en als de file weer rijdt, gewoon invoegen. Alarmlichten zijn nuttig als een motorrijder een file nadert, om het overige verkeer op zijn aanwezigheid te attenderen. Eenmaal tussen de auto’s rijdend kunnen de alarmlichten uit. Als er meerdere motoren tussen de file door rijden, moeten ze onderling een afstand van ongeveer twee auto’s aanhouden. Bij snelwegen met meer dan twee rijstroken, mag een motorrijder tussen de twee meest linker rijstroken rijden en niet over vluchtstroken, verdrijvingsvlakken, puntstukken en dergelijke. Motorrijders houden uit zichzelf al rekening met de strepen op de weg. Die kunnen glad zijn, net als asfalt dat in kieren in de weg is gegoten ter reparatie. In dat geval willen ze daar naast rijden.

5. Wat zijn de regels in het buitenland?

Dat verschilt per land. In Duitsland mag het niet, maar de overheid kijkt daar naar de mogelijkheid om motoren over de vluchtstrook te laten rijden. Dat is volgens de deskundigen daar de veiligste optie. Italiaanse motorrijders hebben die conclusie zelf al getrokken en duiken bij iedere vertraging de vluchtstrook op. In Engeland is het normaal dat motorrijders de vrije ruimte benutten. In België gelden ongeveer dezelfde regels als in Nederland. Motorrijders mogen daar de files voorbijrijden met een snelheid van maximaal 50 km/uur en op voorwaarde dat het verschil in snelheid met de auto’s die zij voorbijrijden niet groter is dan 20 km/uur. Motorrijders die auto’s willen passeren die traag rijden of stilstaan, moeten hiervoor gebruikmaken van de twee uiterst linker rijstroken. En Frankrijk? Iedereen die wel eens op de Périférique van Parijs in de file heeft gestaan, weet dat motorrijders daar zonder wroeging met hoge snelheden tussen de stilstaande of langzaam rijdende auto’s doorknallen. Reden voor de Franse overheid om steeds strenger op te treden tegen motorrijders. Voor automobilisten geldt daar: wees op extreme situaties voorbereid.

Motorrijden in de regen

Het is waarschijnlijk niemands favoriet, maar motorrijden in de regen kan plezierig en uitdagend zijn, maar met de juiste voorbereiding en techniek kun je veilig en comfortabel rijden. Hier zijn enkele tips:

  1. Kies de juiste uitrusting: Draag regenkleding om jezelf droog te houden en overweeg ook een vizier of bril die speciaal ontworpen is om je zicht te verbeteren in de regen. Ook is het belangrijk goed zichtbaar te zijn in de regen. Draag daarom bij voorkeur een regenpak met fluoriserende vlakken en/of strepen.
  2. Verminder je snelheid: De grip van je banden is verminderd op nat wegdek. Een gemiddelde motorband heeft in de regen nog steeds 70% van de grip die de band zou hebben bij droog weer. Rijd daarom langzamer dan je normaal zou doen en houd meer afstand tussen jou en de voertuigen voor je.
  3. Gebruik beide remmen: Bij het remmen in de regen, gebruik je het beste beide remmen. Druk geleidelijk op de remmen in plaats van snel en hard te remmen, dit kan leiden tot uitglijden en verlies van controle over de motor.
  4. Gebruik je achterrem met beleid: Vermijd overmatig gebruik van de achterrem, vooral in bochten, omdat dit kan leiden tot uitglijden en verlies van controle over de motor.
  5. Hou rekening met gladde plekken: Houd rekening met plaatsen waar het wegdek glad kan zijn, zoals verkeersdrempels, zebrapaden en putdeksels. Pas je snelheid en rijstijl aan om veilig door deze gebieden te rijden.
  6. Wees extra voorzichtig in bochten: Verminder je snelheid voordat je de bocht in gaat, en probeer een rechte lijn te behouden terwijl je door de bocht gaat. Vermijd abrupte bewegingen, omdat deze kunnen leiden tot slippen.
  7. Rijd defensief: Wees alert op andere weggebruikers en anticiperen op onverwachte situaties. Rijd defensief en houd je aandacht gericht op de weg en het verkeer om je heen.
  8. Oefen in veilige omstandigheden: Als je weinig ervaring hebt met het rijden in de regen, oefen dan eerst op een rustige plek, zoals een parkeerplaats. Bouw je vaardigheden op voordat je op drukkere wegen gaat rijden.

Door deze tips op te volgen kun je veilig en met vertrouwen rijden in de regen. Vergeet niet dat het verminderen van je snelheid en het rijden defensief zijn de sleutels tot het vermijden van ongevallen en het veilig aankomen op je bestemming

Motorrijden in groepen

Motorrijden in groepen kan een geweldige manier zijn om te genieten van de weg en het gezelschap van andere motorrijders, maar het is ook belangrijk om te realiseren dat het ook gevaarlijk kan zijn. Hier zijn enkele van de risico’s die motorrijders in groepen onder ogen moeten zien:

  1. Overdreven snelheid: Als motorrijders in groepen rijden, kunnen ze soms de neiging hebben om sneller te rijden dan ze zouden doen als ze alleen waren. Dit verhoogt het risico op ongelukken, vooral als er niet rekening gehouden wordt met de omstandigheden, zoals weersomstandigheden of het verkeer.
  2. Onzichtbare rijder: In groepen kunnen motorrijders soms onzichtbaar zijn voor andere weggebruikers, omdat ze zich achter andere rijders bevinden. Dit vergroot het risico op aanrijdingen, omdat andere weggebruikers hen niet zien aankomen.
  3. Slechte communicatie: Het is belangrijk dat motorrijders in groepen goed communiceren, zodat ze weten wat de andere rijders doen. Als de communicatie niet goed is, kan dit leiden tot verwarring en ongelukken.
  4. Risico op aanrijdingen: Als motorrijders dicht bij elkaar rijden, bestaat het risico op aanrijdingen als er plotseling iets verandert, zoals een auto die inhaalt of een onverwachte bocht.
  5. Vermoeidheid: Als motorrijders in groepen lange afstanden afleggen, kunnen ze vermoeid raken. Dit kan leiden tot vermindering van de concentratie en verhoogt het risico op ongelukken.

Om deze risico’s te verminderen, is het belangrijk dat motorrijders in groepen voorzichtig rijden, goed communiceren en rekening houden met de omstandigheden. Het is ook aan te bevelen om regelmatig pauzes te nemen om te rusten en de vermoeidheid te verminderen.

In het algemeen is het belangrijk om altijd verantwoordelijk te rijden, of je nu alleen of in een groep bent. Het is beter om veilig te rijden en op tijd te stoppen, dan om snelheid te maken en het risico te nemen op ongelukken.

Groepsgrootte tourritten

Het komt regelmatig voor dat tijdens de tourritten de groepsgrootte te groot is. De motorrijder die voorop rijdt kan de achterste rijders niet in de gaten houden, waardoor er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan doordat de achterste rijders harder gaan rijden dan wenselijk of zelfs boven hun kunnen. Zes motoren achter elkaar is ongeveer het maximum om prettig samen te rijden. Mocht de degene die voorop rijdt, vragen of de groep gesplitst kan worden, geef er dan gehoor aan.

Over het algemeen kan gesteld worden dat hoe kleiner de groep is, hoe meer rijplezier het voor iedereen oplevert. Als degene die voorop rijdt bij de pauzeplaats de motor op een zichtbare plek plaatst, kun je toch weer gezellig samen op het terras bijkletsen.

Voorrijders bij tourritten

Als je het inschrijfformulier eens goed leest, zie je dat daar onder meer op vermeld staat: 
Er is geen sprake van voorrijders, indien men zelf kiest om gezamenlijk voor te rijden geschiedt dit geheel voor eigen risico.” Kort gezegd komt het er op neer dat iedereen voor zichzelf rijdt. Iedereen bepaald zelf of hij degene die voor hem of haar rijdt wel of niet volgt. Ook moet je voor jezelf beslissen of je de route wel of niet wilt blijven volgen. In Nederland valt het over het algemeen wel mee met de consequenties. Over het algemeen worden problemen tussen de verzekeringsmaatschappijen opgelost. In bijvoorbeeld Duitsland is het geregeld in de wegenverkeerswet. Mochten hier geen duidelijke afspraken zijn gemaakt dat iedereen voor zichzelf rijdt, kunnen aansprakelijkheidsrisico’s ontstaan.

De volledige tekst op het inschrijfformulier is overigens als volgt: “Deelname aan deze tourtocht is geheel voor eigen rekening, risico en verantwoordelijkheid!! Er is geen sprake van voorrijders, indien men zelf kiest om gezamenlijk voor te rijden geschiedt dit geheel voor eigen risico. De Motorclub is op geen enkele wijze aansprakelijk voor eventuele schades van welke aard dan ook tussen deelnemers onderling of tussen deelnemers en derden dan wel door derden door toedoen van deelnemers. Men verklaard in het bezit te zijn van een Nederlands rijbewijs A en men verklaard dat het motorrijtuig verzekerd is conform de in Nederland geldende wettelijke vereisten.”

Detectielussen bij verkeerslichten

Hoe voorkom je bij verkeerslichten dat je als motorrijder niet ‘herkent’ wordt en eindeloos moet wachten tot deze op groen springt? Meestal gebeurt dat pas nadat er een auto achter je is komen te staan. Best gek, met al die detectielussen in het wegdek. Op het fietspad herkennen de lussen wel gewoon fietsers en anders is er altijd nog het bekende drukknopje. Hoe valt dit op te lossen?

Anja Simons, motorrijder van de Verkeersongevallen Analisten van de Verkeerspolitie Rotterdam, legt uit hoe je dat kunt oplossen. Als je met je motorfiets over het kleine driehoekje rijdt in de detectielus (zie foto) dan wordt jouw motorfiets wél waargenomen door de lus en hoef je niet te wachten tot er een auto achter je komen te staan.